vrijdag 13 november 2009

Voorbereiding voor De Reis

13 november. Een week wegzijn uit de dagelijkse routine en werkdruk (als het geen vakantie is) lijkt kort, maar een goede voorbereiding vraagt toch de nodige tijd, focus en afstemming: de reis, het programma het oppakken van bekende contacten en leggen van nieuwe contacten. En de laatste taken afwerken zoals de voorbereiding van de bespreking van het Businessplan 2010. Tja, en altijd het vraagstuk (naast wat neem ik zelf mee): wat nemen we mee aan cadeautjes. We nemen AVANS merchandising mee evenals Engelstalige dvd's over de AVANS onderwijsvisie en lectoraten. Ab neemt een aantal paren Delftsblauwe klompjes mee (nemen weinig ruimte in). Voor Esti (directeur oncologiekliniek) heb ik een halsketting gekocht. Tijdens bezoek van hen aan ons heeft ze een enorme hoeveelheid sjaals, telefoonetuitjes voor bijna het halve team AGZ gehaakt. Een gepassioneerde, talentvolle vrouw die met haar werk, innovatieve wijze mensen inspireert en met haar manier van werken in Indonesië een ambassadeursfunctie vervult voor Pink Ribbon.
Allerlei beelden en herinneringen komen terug van het eerste bezoek aan UNAIR. Ik heb het ervaren als een ontdekkingsreis in voor mij een onbekend werelddeel. Ik bekijk de foto’s nog eens van de mensen die we ontmoet- en de plaatsen die we bezocht hebben. Nog nooit van mijn leven heb ik zo vaak op foto’s gestaan; zelfs grote groepen wildvreemde mensen wilden met ons op de foto, altijd en overal. Zeker met Ab, in de ogen van de mensen een Grote Vriendelijke Reus. Ervaringen die ons geraakt hebben zijn de hartelijke ontvangst door het hele team, kennismaking met studenten en skillslab verpleegkunde dat zo goed georganiseerd is met weinig middelen, de bezoeken aan ziekenhuizen voor de gewone mensen (lees onvoorstelbaar arm) en die voor de 'rich & famous' op 100 meter afstand. Een groter verschil is niet denkbaar. Petje af hoe men in staat is met weinig middelen een degelijk groot ziekenhuis met 1500 bedden draaiende te houden. Motto is: alles draait om de patiënt. Een van de succesfactoren is dat al sinds de start van het ziekenhuis afgestudeerden in het ziekenhuis zijn komen werken en zich van daaruit zich verder gespecialiseerd hebben. Tijdens hun studie of in het ziekenhuis hun partner vinden en gezamenlijk vaak tot het einde van hun carrière blijven werken. Men kent elkaar goed, men kent het merendeel van de patiënten. Kinderen komen er vervolgens ook werken. De salarissen zijn laag; de ambtenarij verdient ongeveer 100 euro per maand. Dus is het de gewoonte dat iedereen er een eigen praktijk op nahoudt om echt van te leven. Dus, zowel professionals in de gezondheidszorg als docenten, als ook de Dean en docenten van de faculteiten verpleegkunde en medicijnen vertrekken massaal aan het einde van een werkdag (na 15.00 uur)naar een nevenfunctie of particuliere praktijk. Maar men denkt er niet aan het ziekenhuis te verlaten.
Ik herinner me de hartverwarmende aandacht en zorg voor ons. Altijd en overal was Ferry, een docent verpleegkunde, die er voor zorgde dat ons vervoer geregeld werd, in IT-ondersteuning werd voorzien of om ons gezelschap te houden tijdens lunches, diners of om ons introduceren. Uit alle contacten en bijeenkomsten bleek hoezeer men wilde leren en om door middel van internationale oriëntatie zich in nationaal opzicht te profileren bij verbetering van zorg en onderwijs. Tijdens de vele momenten samen hebben we veel geleerd over cultuur binnen en buiten de faculteit, de positie van de universiteit, SBY en Java. Een overweldigende ervaring vormde ook de trip met onze gids Ferry en twee chauffeurs naar een safaripark en de Bromo vulkaan (zie Wikipedia) van alle kanten bezien, vanuit het hotel op afstand, onder aan de voet en op de rand van de krater na een tocht te paard naar boven. Midden in de nacht de zon zien opkomen met de vulkaan in de verte ver onder ons. Een grootse  ervaring. Op de terugweg hebben we een van de toeristische attracties bezocht: de Lapinda mudflow. Het is een locatie waar naar zeggen een vloedgolf werd veroorzaakt door een sterke aardbeving in Yogyakarta, er vervolgens ook aardverschuivingen zijn ontstaan in Lapinda waardoor een heel dorp (Lapinda) is bedekt door een modderstroom (zie Wikipedia). Stil waren we bij de aanblik van een immens lege watervlakte waar twee kale bomen en twee daken voor een klein deel nog zichtbaar zijn. Boven de watervlakte hangt nog steeds stoom bij een buitentemperatuur van 35 graden C. Men leeft in de wetenschap dat er ieder moment een degelijke ramp zich opnieuw voor kan doen. Anderen verklaren dat er geboord is in de bodem, daarbij een ondergronds meer is geraakt en dat de modder door druk van het hete water door de boortunnel naar boven is geperst en daardoor een vloedgolf is veroorzaakt. Da laatste verklaring wordt momenteel nog onderzocht. Met de laatste verklaring trek je overigens geen volle zalen lijkt ons en zeker geen toeristen.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten